Eelde
Op de dak van het koor van de dorpskerk van Eelde staat een springend paard.
foto's mei 2003
Grotere kaart weergeven
Hoofdweg 74
Eelde, Hervormde kerk
Deze kerk wordt al genoemd in een koopakte van 1139 en werd gewijd aan de Hl. Maagd Maria en St. Gangulphus. Tijdens de
restauratie in 1973 werd de bodem van de kerk onderzocht en daarbij vond men de fundering van een smalle tufstenen kerk
(7 x 12 meter), die aan de westzijde een ingebouwde toren had. De kerk had dus een zgn. gereduceerd westwerk, zoals we
dat nu nog bij enkele romaanse kerken in Groningen en Friesland aantreffen. Bij de bouw van de huidige kerk heeft men
en gedeelte van de tufsteen van de oudere kerk verwerkt in de west-en in de noordgevel. De kloostermoppen, grote, rode
bakstenen, zijn of in een veldoven bij de kerk gebakken of zijn afkomstig uit het klooster in Aduard. De overigens uit
baksteen opgetrokken kerk zal gebouwd zijn in de 14de eeuw. Daarop wijzen de (gedichte) smalle langwerpige spitsboogvensters
in het oostelijk deel van noord- en zuidmuur. Een tweede aanwijzing voor de bouw in de voor deze streken vroeg gotische
periode is het fries van elkaar doorsnijdende rondbogen langs de bovenrand van de koormuren. Een dergelijk romaans aandoend
fries kan men moeilijk veel later plaatsen. De muren van het driezijdig gesloten koor worden versterkt door rechte beren,
blijkbaar aangebracht met het oog op een vroegere overwelving, waaraan inwendig nog schalken met lijstkapitelen herinneren.
In het schip zijn geen gewelfsporen gevonden.
Bij de restauratie in 1973 is aan het muurwerk weinig veranderd; de gotische ingangen in noord- en zuidmuur bleven dicht
en de witte dagkanten van de later ingebroken vensters werden gehandhaafd. Wel werd in het koordak een kapel aangebracht
met een wijzerplaat, zoals deze ook vroeger daar aanwezig was. Wat het gebouw betreft is dit herstel een goed voorbeeld
van een moderne restauratie, ook wel consolidatie genoemd, waarbij constructieve gebreken worden hersteld, maar het gebouw
overigens zo weinig mogelijk wordt teruggerestaureerd naar een vroegere toestand, opdat de gehele bouwgeschiedenis tot zijn
recht kan blijven komen.
De drempel bij de deur is waarschijnlijk een altaarsteen geweest. De vijf kruisjes: 'de wonden van Christus', zijn niet
zichtbaar. Men vermoedt dat de steen is omgedraaid.
Op het dak van het koor staat een windvaan, die een springend paard voorstelt, het heeft vermoedelijk betrekking op de
paardenmarkt. Daaronder de klok met jaartal 1973. Onder de goot een rondboogfries.
Aan de noordkant, de donkere kant, werden misdadigers begraven. Hier huisde de duivel, dacht men. Vroeger moesten
de vrouwen deze ingang gebruiken. Ondanks de zonde van Eva waren twee van de drie altaren gewijd aan twee vrouwen Maria
en Catharina.
Bronnen:
Dr. Regn. Steensma Langs de oude Drentse kerken (1977) ISBN 90 246 4213 2 (Bosch & Keuning - Baarn)
J.F. Ranck Kuyten De hervormde kerk te Eelde
Drentse Courant Artikelenserie Drentse kerken 2000/2001